Veilig werken op hoogte met de ladderborging dakgoot, per set, voorkomt zijdelings wegglijden van de ladder, Arbo vriendelijk hulpmiddel

Veilig werken op hoogte met de ladderborging dakgoot, per set, voorkomt zijdelings wegglijden van de ladder, Arbo vriendelijk hulpmiddel

Code:
1446-1008
Beschikbaarheid:
Voorraad

 

13,95
 
1446-1008

Veilig werken op hoogte met de ladderborging dakgoot, per set, voorkomt zijdelings wegglijden van de ladder, Arbo vriendelijk hulpmiddel

 

1016.006  Dachrinnenhalter / Goothaak ladderklem met gootbevestiging

 

De 1016.006 Goothaak ladderklem met gootbevestiging is geregistreerd als Arbo vriendelijk hulpmiddel. 

 

Productinformatie:

Goothaak, voor gootbevestiging, te gebruiken in combinatie met:

  • Enkele ladders
  • Opsteekladders
  • Schuifladders
  • Reformladders
  • Enkele trappen

 

Veilig werken op hoogte met een ladder:

  • Veilig werken op hoogte met een ladder betekent: plaats de ladder stabiel, onder een veilige hoek (ca. 75 graden), op een stevige ondergrond, met minimaal 1 meter uitsteeksel boven de bestemming, en gebruik altijd drie contactpunten (handen en voeten) voor stabiliteit. 
  • Houd de ladder schoon, gebruik stevige schoenen, beklim de ladder met het gezicht naar voren, draag geen gereedschap in je handen, en ga niet verder dan 5 meter werkhoogte. 
     

Controle en plaatsing

  • Controleer de ladder: Keur de ladder voor gebruik op gebreken en zorg ervoor dat deze schoon is, inclusief de sporten. 
  • Stevige ondergrond: Zet de ladder op een stevige, vlakke ondergrond die niet beweegt. 
  • Veilige hoek: Plaats de ladder onder een hoek van ongeveer 75 graden. 
  • Voldoende uitsteeksel: De ladder moet minimaal 1 meter boven het toegangsniveau uitsteken. 
  • Vaste bevestiging: Rolbare ladders moeten voor gebruik vastgezet worden en bij trapgaten kan de ladder met een touw of ketting aan de muur of trap bevestigd worden. 


Beklimmen en werkhoogte

1. Drie contactpunten: 
Houd tijdens het klimmen en werken altijd drie contactpunten met de ladder vast (twee handen en één voet of twee voeten en één hand). 
2. Juiste klimrichting: 
Beklim de ladder met het gezicht naar de ladder toe. 
3. Niet te hoog staan: 
Sta niet hoger dan de vierde trede van boven. Het liefst mag je niet hoger dan 5 meter op een ladder werken, dit is een veiliger limiet dan de maximale 7,5 meter uit het Arbobesluit. 
4. Gereedschap: 
Gebruik een gereedschapsgordel of draag gereedschap om je handen vrij te houden. 

 

Veiligheid tijdens werkzaamheden 

  • Vervoer geen spullen: Neem geen gereedschap mee in je handen, maar draag ze in een tas.
  • Verplaats de ladder: Verplaats de ladder op tijd om te voorkomen dat je verder hoeft te reiken dan een meter.
  • Niet met twee personen: Gebruik een ladder nooit met twee personen tegelijk om overbelasting te voorkomen.
  • Weeromstandigheden: Werk niet op ladders bij windkracht 6 of hoger.
  • Voorkom onbeheerd achterlaten: Laat de ladder niet onbeheerd achter in een gebruiksstand, vooral niet als er kinderen in de buurt kunnen zijn.